Rekenen is een belangrijke vaardigheid die kinderen op de basisschool leren. Voor sommige kinderen gaat dit moeiteloos, terwijl anderen hier juist veel moeite mee hebben. Het kan zijn dat je als ouder merkt dat je kind hier wat meer moeite mee heeft dan andere kinderen. Als dit ondanks extra hulp op school niet verbetert, kan dit wijzen op dyscalculie. In dit artikel lees je over wat dyscalculie inhoudt en hoe je je kind het beste kunt ondersteunen.
Dyscalculie is een rekenstoornis die ervoor zorgt dat een kind moeite heeft met het begrijpen en toepassen van getallen en rekensommen. Sommige kinderen ervaren meer moeite met rekenen dan je zou verwachten op basis van wat een gemiddeld kind op die leeftijd kan met rekenen.
Kinderen met dyscalculie hebben moeite met het begrijpen van getallen. Ze hebben bijvoorbeeld geen goed besef dat het verschil tussen 75 en 80 net zo groot is als het verschil tussen 5 en 10. Ook het koppelen van aantallen (zoals 4 appels) aan het getal 4 en het woord ‘vier’ is voor hun moeilijker. Hierdoor zijn niet alleen simpele rekensommen lastig, maar ook dagelijkse taken zoals klokkijken en omgaan met geld.
Zelfs met extra oefening blijft rekenen voor kinderen met dyscalculie vaak een uitdaging. Hoe eerder je dyscalculie herkent, hoe beter je je kind kunt ondersteunen. Alleen een specialist kan dyscalculie vaststellen na uitgebreid onderzoek en testen. Naar schatting heeft ongeveer 3 tot 6 procent van de kinderen op de basisschool moeite met rekenen als gevolg van dyscalculie.
Elk kind met dyscalculie is uniek en kan verschillende soorten hulp nodig hebben om beter te leren rekenen. Er zijn verschillende soorten dyscalculie die kunnen voorkomen bij kinderen.
Elk van deze vormen kan op zichzelf voorkomen, maar vaak hebben kinderen met dyscalculie kenmerken van meerdere typen.
De meeste kinderen worden geboren met dyscalculie, maar ze weten nog niet precies waar het vandaan komt. Erfelijkheid speelt een grote rol: als een van de ouders dyscalculie heeft, is de kans groter dat een kind dit ook krijgt. Daarnaast kunnen problemen tijdens de zwangerschap, zoals stress of blootstelling aan schadelijke stoffen zoals roken en alcohol, een verhoogd risico vormen. Ook kunnen complicaties bij de geboorte invloed hebben op de ontwikkeling van rekenvaardigheden.
In sommige gevallen ontstaat dyscalculie later in het leven, bijvoorbeeld door schade aan de hersenen door een beroerte of een ongeluk. Hierdoor kunnen kinderen en volwassenen die eerder geen rekenproblemen hadden, alsnog moeite krijgen met cijfers en berekeningen.
Het begrijpen van deze oorzaken kan helpen bij het vinden van de juiste ondersteuning.
Niet ieder kind dat moeite heeft met rekenen, heeft dyscalculie. Sommige kinderen hebben gewoon meer oefening nodig. Veel kinderen vinden rekenen lastig, vooral als ze net beginnen met leren rekenen. Soms verdwijnt deze moeite met extra oefening en ondersteuning.
Dyscalculie herken je aan blijvende problemen met rekenen, zelfs na veel oefenen en extra uitleg. Niet alle kinderen met dyscalculie hebben dezelfde problemen. Het ene kind heeft vooral moeite met sommen maken, terwijl het andere kind problemen heeft met het herkennen van getallen of rekensymbolen.
Misschien heeft de school al signalen gegeven dat jouw kind moeite heeft met rekenen. Of misschien merk je dit zelf tijdens het samen maken van huiswerk of in het dagelijks leven. Je zou dyscalculie kunnen herkennen aan:
Als je kind een van deze kenmerken vertoont, hoeft dat nog niet direct te betekenen dat er sprake is van dyscalculie. Sommige kinderen hebben simpelweg meer tijd en oefening nodig om rekenen onder de knie te krijgen. Als je twijfelt, is het verstandig om professionele hulp in te schakelen. Een specialist kan door onderzoek vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van dyscalculie en welke ondersteuning het beste past bij jouw kind.
Scholen moeten extra ondersteuning bieden aan kinderen met dyscalculie, vaak via maatwerk in het lesprogramma. Hoe de school dit doet, staat in het ondersteuningsplan van de school (SOP). Op de website of in de schoolgids kun je vinden welke hulp de school biedt. Daarnaast kan je natuurlijk ook de leerkracht van je kind vragen. Veel basisscholen hebben volgende voorzieningen voor kinderen met dyscalculie:
Dyscalculie gaat helaas niet over, maar kinderen kunnen wel leren er beter mee om te gaan door veel te oefenen met rekenen. Er zijn hulpmiddelen die hierbij kunnen helpen:
Ook thuis kun je eenvoudig spelletjes doen om getallen te oefenen, zoals bordspellen met dobbelstenen. Ook zijn er apps die speciaal zijn ontwikkeld voor kinderen met rekenproblemen.