Terug

Nadenken over procenten

Nadenken over procenten

 
Doel van deze oefening
Kritisch denken en redeneren over berekeningen met eenvoudige percentages en getallen in probleemsituaties (bv.: Van de kinderen in de klas heeft 40% een kat, 30% een hond en 20% een konijn. De rest heeft geen huisdier. Waarom weet je nu niet hoeveel kinderen geen huisdier hebben?)

Van de kinderen in de klas heeft 50% blauw als lievelingskleur, 30% geel en 10% groen. De rest heeft een andere lievelingskleur of heeft geen lievelingskleur.

 

Drie kinderen zeggen hierover iets anders.

Wie heeft gelijk of ongelijk?


Gelijk Ongelijk
Rens zegt: 'Er kunnen ook kinderen zijn die roze of oranje als lievelingskleur hebben.'
Danny zegt: 'Je kunt niet weten hoeveel kinderen een andere lievelingskleur hebben.'
Esther zegt: '10% heeft geen lievelingskleur.'