Terug

Breuk als percentage en omgekeerd

Breuk als percentage en omgekeerd

 
Doel van deze oefening
Begrijpen dat een percentage een standaardverhouding van 1 op 100 (1 : 100) is en kan op basis hiervan de relatie tussen 1/100 en 1% verwoorden. En kan breuken, met name met de noemers 2, 4, 5, 10, 20, 25, 50 en 100 relateren aan percentages door te redeneren met honderdsten (bv.: 1/100 deel = 1%: 1/50 deel = 2/100 deel = 2%; 1/25 deel = 4/100 = 4%; 1/20 deel = 5/100 deel = 5%; 1/10 deel = 10/100 deel = 10%).

 

Vul in.

 

 

1⁄100 = 1 %

 

1⁄50 = 2 %

 

1⁄25 = 4 %