Sommige kinderen hebben extra ondersteuning nodig om goed te kunnen leren en zich te ontwikkelen op school. Speciaal onderwijs biedt extra hulp van gespecialiseerde leraren en aangepaste lessen die passen bij wat jouw kind nodig heeft. In dit artikel vind je alle informatie over hoe speciaal onderwijs werkt en wat het misschien voor jouw kind kan betekenen.
Kort samengevat zijn dit de kenmerken van het speciaal onderwijs:
Speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben en dit onvoldoende kunnen krijgen op het reguliere onderwijs. Er zijn verschillende redenen waarom een kind hulp nodig heeft. Zo zijn er speciale scholen voor kinderen die bijvoorbeeld blind of slechtziend zijn, problemen met gedrag hebben of moeilijk kunnen leren.
Het speciaal onderwijs is voor kinderen vanaf 4 jaar, met uitzondering van dove en slechthorende kinderen. Zij mogen vanaf 3 jaar naar het speciaal onderwijs omdat ze in een vroeg stadium extra ondersteuning nodig hebben bij hun taalontwikkeling en communicatie. Een kind mag blijven tot het einde van het schooljaar waarin hij 14 jaar wordt.
Eerder doorstromen naar de middelbare school kan, mits de ouders en school het daarover met elkaar eens zijn. Je besluit dan samen dat jouw kind voldoende basis heeft gelegd voor het voortgezet speciaal onderwijs.
Het speciaal onderwijs is verdeeld in vier verschillende soorten. Dit worden clusters genoemd. Soms wordt het speciaal onderwijs ook wel clusteronderwijs genoemd.
Voor kinderen in clusters 1 en 2 is het onderwijs georganiseerd door een aantal landelijke organisaties, zoals Viseo voor cluster 1 scholen of Stichting Simea voor cluster 2 scholen. Zij bepalen zelf wanneer een leerling naar een speciale school gaat. Cluster 3 en 4 worden georganiseerd via regionale samenwerkingsverbanden tussen scholen binnen de regio.
Hoewel het lijkt alsof kinderen in hokjes worden geplaatst, wordt er in de praktijk altijd zorgvuldig gekeken naar wat het beste is voor elk individueel kind. De school en het samenwerkingsverband of de landelijke organisaties helpen je met het maken van een goede match voor jouw kind.
Voor het speciaal onderwijs zijn er aparte kerndoelen die aangeven wat jouw kind aan het eind van de basisschool moet kennen en kunnen. Deze doelen zijn verdeeld in twee categorieën: vakgerichte doelen en algemene ontwikkelingsdoelen.
Vakgerichte doelen zijn er voor vakken zoals taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, handvaardigheid, gym en soms ook Engels. De algemene ontwikkelingsdoelen richten zich op de zintuiglijke en motorische ontwikkeling, mobiliteit en zelfstandigheid, het omgaan met media en technologie, sociaal-emotionele ontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie.
Daarnaast zijn er nog een aantal aangepaste doelen voor verschillende clusters. Is je kind doof? Dan leert de school jouw kind ook Nederlandse gebarentaal. Is je kind blind, dan leert de school jouw kind bijvoorbeeld zich zelfstandig te kunnen bewegen met een blindengeleidestok.
Als je kind op speciaal onderwijs zit, maakt de school een individueel plan voor je kind. Ouders hebben het recht om mee te praten over de inhoud van het plan. Dit plan heet het ontwikkelingsperspectief (OPP). Hierin staat onder andere:
Voordat je kind naar het speciaal onderwijs mag, wordt er eerst gekeken of dit wel de beste plek is. Welke hulp is er nodig? Kan een gewone school die hulp ook organiseren? Wat vinden jullie als ouders belangrijk? Welke speciale school zou goed passen? De school gaat hierover met jullie in gesprek en met het samenwerkingsverband naar passend onderwijs. De naam zegt het al, zij gaan samen met jou op zoek naar onderwijs dat het beste past bij jouw kind.
Bij het samenwerkingsverband werken reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs in een regio samen. Zij maken afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke leerlingen een plek krijgen in het speciaal onderwijs en hoe de ondersteuningsmiddelen worden verdeeld.
Als besloten wordt dat speciaal onderwijs inderdaad de beste keuze is, wordt hiervoor een verklaring afgegeven. Dit heet een toelaatbaarheidsverklaring. Deze verklaring geeft het recht op een plek in het speciaal onderwijs. Ben je het niet eens met de verklaring? Dan kun je daar bezwaar tegen maken. Elk samenwerkingsverband is wettelijk verplicht een adviescommissie te hebben waar je terechtkunt. Die commissie brengt advies uit aan het samenwerkingsverband. Daarna beslist het samenwerkingsverband wat er met het bezwaar gebeurt. Hoe dit precies is geregeld verschilt per samenwerkingsverband.
Als jouw kind al op regulier onderwijs zit, wordt er door de reguliere school waar je kind naartoe gaat bekeken of je kind voldoet aan de eisen voor speciaal onderwijs. Is dat het geval? Dan vraagt de school een toelaatbaarheidsverklaring aan. Dit is het bewijs dat je kind recht heeft op een plek in het speciaal onderwijs.
Volgt je kind speciaal onderwijs en wil je hem of haar extra ondersteunen bij het leren? Onze werkbladen helpen om op een leuke en interactieve manier verder te oefenen!